Al onze snelle apps
Tom (ik hoor je denken: vast een oudere man, maar nee, begin twintig) verstaat nog de kunst van het verdwalen. Iets wat we met elkaar langzaam maar zeker vergeten. Met al onze snelle apps die ons de richting aangeven en vertellen waar we rechtsaf moeten, welk leuk restaurantje er in de buurt is, waar we moeten tanken, welk optreden we niet mogen missen, hoe het met onze slaap is gesteld, hoeveel calorieën we hebben verbrand.
Een paar weken geleden liep ik door het mooie Parijs. Wat mij opviel is dat bijna iedereen op zijn mobiel keek. Lopend, onderwijl turend op het schermpje, filmend, tik tokkend, picknickend met telefoon in de hand, kinderwagens duwend achter een scherm.
Snakkend naar een praatje
Iedereen? Nee, ik kreeg een oude man in het vizier. Een Fransman zonder mobiel, mooi uitgedost voor een woensdagmiddagwandeling. Das om, jasje aan, wandelstok ter ondersteuning, stak hij een zebrapad over. Hij zag een bankje en streek er neer. Hij groette een oude dame links van hem, klaar om een praatje te maken. De vrouw knikte en wist niet hoe snel ze door haar telefoon moest gaan scrollen.
De Fransman keek naar rechts, groette en ondernam een tweede poging. De jongere keek hem niet eens aan en vluchtte eveneens in het scherm. Hij zuchtte en staarde voor zich uit. Hoe zou zijn Parijs van tien jaar geleden er uit hebben gezien?
Ervan uitgaande dat dit een vriendelijke oude man betrof, snakkend naar een praatje over het weer, is wat ik zag best zorgelijk. Zorgelijk dat onze aandacht continu in de greep is van het scherm, van wat we dreigen te missen, en niet meer van onze omgeving, recht voor onze neus.
Vaker verdwalen
Tom had de man vast opgemerkt en een geanimeerd gesprek met hem gevoerd. Naar boven gekeken en gewezen, naar de lucht, naar de gevels. En dat allemaal zonder tussenkomst van een scherm dat alles vast moest leggen. Misschien kunnen we wat vaker de Tom in onszelf opzoeken, dwalen door een stad – zonder telefoon – en toch onze bestemming bereiken.